Agrarische bedrijfsopvolging: van keukentafel tot familiestatuut

Dossier2015-02-27M
StatusAfgerond
Startdatum1 oktober 2015
Einddatum18 januari 2019
RegelingRAAK-mkb
Thema's
  • Landbouw, Natuur en Milieu
  • Agri & Food

In dit project verricht het lectoraat Familiebedrijven van Hogeschool Windesheim samen met CAH Vilentum in Dronten, LTO Noord, NAJK en agrarische MKB familiebedrijven praktijkgericht onderzoek naar de familiale en bedrijfsmatige aspecten rond opvolging bij agrarische MKB familiebedrijven. Met dit project wordt nieuwe kennis ontwikkeld, die aansluit bij kennis over opvolging in familiebedrijven en die specifiek wordt toegepast binnen de agrarische sector.
Bijna de helft van alle agrarische bedrijven in Nederland heeft een bedrijfshoofd van 55 jaar of ouder. Het merendeel van deze bedrijven is een familiebedrijf en heeft te maken met het onderwerp bedrijfsopvolging. Voor een geslaagd opvolgingsproces is het belangrijk dat familiebelangen en bedrijfsbelangen adequaat worden gebalanceerd. In de praktijk blijkt het lastig deze belangen rond overdracht van leiding en eigendom bespreekbaar te maken en goed af te wegen. Vanuit agrarische families is daarom de vraag hoe het opvolgingsproces het beste kan worden vormgegeven en welke instrumenten daarbij kunnen worden ingezet.
De belangrijkste doelstelling van dit project is om nieuwe kennis op te doen over het opvolgingsproces bij agrarische familiebedrijven en het opvolgingsproces met instrumenten in positieve zin te veranderen. Door kwalitatief onderzoek worden belemmerende factoren rond opvolging in de agrarische context onderzocht. Op basis van deze nieuwe inzichten worden instrumenten ontwikkeld die het opvolgingsproces faciliteren. Door interventies zal worden vastgesteld of de instrumenten in de praktijk werken. De kennis die uit dit project voortkomt, beoogt daarmee het handelingsvermogen van agrarische families rond bedrijfsopvolging te ondersteunen.
Het project levert een bijdrage aan bestaande kennis door gebruik te maken van multi-level onderzoek (perspectief van de opvolger, overdrager, familieleden, familie en bedrijf) en het observeren van gesprekken over het opvolgingsproces, de familie en het bedrijf. Het meest concrete resultaat is een beschrijving van een model opvolgingsproces met bijbehorende instrumenten om belangrijke onderwerpen rond opvolging bespreekbaar te maken, zoals een zelfanalyse instrument, een stappenplan, hulpmiddelen om gesprekken te faciliteren en een model familiestatuut afgestemd op agrarische familiebedrijven.

Eindrapportage

Dit SIA RAAK-MKB onderzoek naar de familiale aspecten van bedrijfsopvolging in de agrarische sector is uitgevoerd door het Landelijk Expertisecentrum Familiebedrijven van Hogeschool Windesheim in samenwerking met Aeres Hogeschool Dronten, LTO-Noord, NAJK en agrarische familiebedrijven. Het project is uitgevoerd in de periode 2015 tot en met 2017.

Vaak wordt de focus bij agrarische bedrijfsopvolging gelegd op zakelijke aspecten als financiering, fiscale en juridische zaken. Maar het familiale aspect speelt tijdens de opvolging ook een belangrijke rol. Communiceren over de bedrijfsopvolging wordt makkelijk uitgesteld of niet relevant genoemd, terwijl de kans op onvoorziene gebeurtenissen juist toeneemt. Dit project is uitgevoerd om agrarische familiebedrijven praktische tips te geven voor het houden van familiegesprekken en belangrijke zaken rond de bedrijfsopvolging bespreekbaar te maken.

In het opvolgingsproces bij agrarische familiebedrijven worden drie verschillende fasen onderscheiden: de oriëntatiefase, de opvolgingsfase en de afrondingsfase. Aan dit project hebben 14 families meegedaan uit alle drie de fasen. Het onderzoek heeft geleid tot een praktijkpublicatie, diverse workshops, instrumenten en aanbevelingen voor agrarische bedrijfsopvolging.

Een belangrijke uitkomst van het onderzoek is dat families zich ervan bewust zijn geworden dat waarden en belangen een belangrijke rol spelen bij keuzes die in het familiebedrijf worden gemaakt. De waarden kunnen deels persoonsgebonden zijn, deels ook door de gehele familie worden gedeeld. Het belang van verbondenheid met het bedrijf was groot voor alle familieleden. In het project kwam dit vooral ook naar boven bij de niet-opvolgende kinderen: zij willen ook na de opvolging nog ‘thuis’ kunnen komen op het bedrijf. Niet-opvolgers hechten er ook belang aan dat de opvolger op een verantwoorde wijze het familiebedrijf voortzet omdat hier ook hun deel van het familiekapitaal in zit dat zij aan de opvolger hebben gegund. Daarnaast wordt vanuit de niet-opvolgers een gezonde bedrijfsvoering door de opvolger belangrijk gevonden mede vanwege de oudedagvoorziening van de ouders.

Deelnemende families hebben veel waarde gehecht aan de familiegesprekken. Door het houden van deze gesprekken konden alle familieleden bij de bedrijfsopvolging worden betrokken. Aan families die met bedrijfsopvolging te maken hebben wordt aangeraden om deze gesprekken onder begeleiding van een onafhankelijke derde te houden. Een belangrijke aanbeveling uit het onderzoek is ook om afspraken met elkaar vast te leggen om toekomstige meningsverschillen te voorkomen. Een familiestatuut is hiervoor een geschikt instrument.

Contactinformatie

Windesheim

Adriaan Aarden, contactpersoon
Telefoon: 088-4699415

Consortiumpartners

bij aanvang project
  • Aeres Hogeschool
  • Erve 't Hacht
  • J.M. Mölder
  • Land- en Tuinbouw Organisatie Noord (bij verkorting LTO Noord)
  • Maatschap De Haan
  • Maatschap Deiman-Ottens
  • Maatschap G.J. van Ankum en C.E. van Ankum-van den Berg
  • Maatschap Marskamp
  • Maatschap Spijkerman - Duiven
  • Maatschap van de Hoef-Wijntjes
  • Maatschap Walvoort-Beltman
  • Maatschap Wisse-Meuleman
  • Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt
  • V.O.F. Mensink
  • VOF G. Peltjes
  • Wolters-Ane

Netwerkleden

  • Wisse-van den Top