Alles wordt verbrand

DossierKIEM.LOG01.012
StatusAfgerond
Startdatum1 maart 2018
Einddatum28 februari 2019
RegelingKIEM 2016-2017 Topsectoren
Thema's
  • Logistiek
  • Duurzaam transport en intelligente logistiek

Het doel van dit project is het onderzoeken of CO2 en kosten kunnen worden gereduceerd in twee zorginstellen door het Specifiek Ziekenhuis Afval (SZA) anders te verzamelen en verwerken. Dit praktijkgerichte onderzoek wordt mogelijk door een samenwerking van Windesheim, Flynther, Dermatologisch Centrum en Isala.
SZA wordt verzameld in speciale vaten en getransporteerd naar speciale verbrandingsovens in Dordrecht, waar het afval inclusief het vat onder hoge temperatuur wordt verbrand. Dit leidt tot een hoge CO2 uitstoot en onnodig hoge afvalkosten voor zorgpartijen. Tijdens de voorbereidende interviews voor dit onderzoek hebben respondenten uit de zorgsector al verschillende suggesties gedaan om de hoeveelheid afval te reduceren:
• Alleen medisch afval in het vat stoppen, geen andere afvalstromen;
• Vaten zo veel mogelijk vullen voordat deze worden vervangen;
• Beter scheiden van SZA. Een deel van het SZA hoeft niet onder speciale omstandigheden te worden verbrand, door deze apart in te zamelen kan het in de buurt van de zorginstelling worden vernietigd in plaats van in Dordrecht.
• Gebruik van andere soorten vaten die gemaakt zijn uit karton of dunner kunststof.
Vanuit Flynther en het Dermatologisch centrum is de praktijkvraag; “Als door diverse partijen wordt aangegeven dat er kan worden bespaard, waarom hebben partijen uit de zorg hier dan geen of nauwelijks aandacht voor? Zijn er nog meer manieren om SZA te reduceren?”
De praktijkvraag van dit onderzoek is:Op welke wijze kunnen zorginstellingen door aanpassingen in het inzamelen van SZA, de hoeveelheid CO2 uitstoot en kosten binnen deze afvalstoom reduceren?Om deze vraag te beantwoorden worden de mogelijkheden zoals hierboven beschreven getoetst en de impact bepaald. Daarnaast wordt gekeken hoe het SZA inzamelingsproces moet worden aangepast om deze besparing te realiseren. Ook wordt onderzocht wat beperkende factoren zijn voor deze besparingen.
De onderzoeksvragen worden beantwoord door een verkennend onderzoek dat wordt gebaseerd op twee case studies.

Eindrapportage

“ALLES WORDT VERBRAND”
45% kostenbesparing voor het afvoeren van specifiek ziekenhuisafval. Dit is al mogelijk door alleen het noodzakelijke in het Specifiek Ziekenhuisafval te stoppen.
Specifiek ziekenhuisafval (SZA) is voor ziekenhuizen een dure vorm van afval. Uit een verkennend onderzoek binnen een afdeling van Isala en het Isala Dermatologisch Centrum blijken hier zeker mogelijkheden te liggen tot besparingen. Uit deze twee case studies blijkt er vaak meer in het SZA te belanden dan strikt noodzakelijk; angst, onwetend-/onduidelijkheid en faciliteiten blijken grote oorzaken bij verpleegkundigen. Aanpassingen binnen het ziekenhuis geven kostenbesparingen oplopend tot 45%. Daarbovenop zijn er nog mogelijkheden in de keten voor meer besparingen.

In de gehele afvalketen is er veel angst voor het ziekenhuisafval, waardoor de wetgeving voor SZA nog strenger wordt toegepast in het beleid ter voorkoming van incidenten. Dit resulteert echter ook in meer SZA dan strikt noodzakelijk. De vraag is of deze angst altijd gegrond is en waar mogelijkheden liggen om enerzijds de risico’s in de keten zo laag mogelijk te houden en anderzijds afval niet onnodig bij specifiek ziekenhuisafval terecht te laten komen. Specifieke afspraken worden gemaakt voor luiers en kraamverbanden, maar zijn hier niet veel meer uitzonderingen mogelijk. Thuis gooien we ook veel excretie in onze grijze afvalbak, wat maakt dat het ziekenhuis hier anders mee om moet gaan. Wanneer vormt excretie van de patiënt werkelijk een risico voor infectie?

SZA wordt allemaal verpakt in speciale tonnen en vervoerd naar Zavin (Dordrecht), waar het onder speciale omstandigheden wordt verbrand. Het reguliere ziekenhuisafval gaat naar een afvalverbrander dicht in de buurt van het ziekenhuis, die waar mogelijk opties voor recycling van materialen biedt. Daarnaast hoeft regulier ziekenhuisafval niet in speciale tonnen te worden verpakt, wat zorgt voor een reductie in afvalmateriaal. Minder transport, minder verbranding van materialen en mogelijkheden voor recycling, alle zorgen voor een CO2 reductie. Misschien nog wel belangrijker: het veranderen van SZA naar regulier afval zorgt voor het niet verspillen van materialen. In het licht van circulariteit biedt de verandering in type afval tevens mogelijkheden voor de transitie van afval naar grondstoffen.

Uit het onderzoek blijkt dat de tonnen die worden gebruikt binnen de twee cases mogelijkheden bieden voor verdere kostenreductie. De tonnen die in de betreffende case worden gebruikt, zijn de meest gebruikte tonnen binnen Nederland voor het afvoeren van SZA. Er zijn echter alternatieven op de markt, onder andere Flynther biedt boxen van dun polypropeen(PP) of karton met bodem van dun PP aan. Deze boxen zijn 50% goedkoper en ruim een kilo lichter qua gewicht. Deze kilo hoeft niet te worden afgevoerd, wat wederom scheelt in kosten en verbrand materiaal. De huidige logistiek in de gehele keten is niet ingericht voor deze alternatieve boxen. Om de besparingen te realiseren zijn aanpassingen nodig, bij zowel het ziekenhuis als de inzamelaar. Doordat dit over meerdere partijen heen gaat, maakt het de aanpassingen lastig. Daarnaast lijkt angst hier wederom een rol te spelen.

De conclusie van het verkennend onderzoek is hiermee dat er binnen de twee onderzochte cases mogelijkheden zijn binnen het afvoeren van SZA voor zowel kostenbesparing als voor CO2 reductie / circulariteit. De mogelijkheden liggen hierbij zowel in aanpassingen van het type afval als de wijze waarop het wordt ingezameld.
Verder onderzoek moet duidelijkheid geven in de grootte van de problematiek binnen de zorg door meer cases te analyseren bij andere partijen. Daarnaast is verder onderzoek nodig om de haalbaarheid van de mogelijkheden binnen de gehele afvalketen te achterhalen.


Contactinformatie

Windesheim

Michiel Steeman, contactpersoon
Telefoon: 06-31960781

Consortiumpartners

bij aanvang project