concurrentie om voedsel tussen honingbijen en wilde bijen

DossierKIEM.VRIJ.04.066
StatusAfgerond
Subsidie€ 19.856
Startdatum1 februari 2020
Einddatum31 januari 2021
RegelingKIEM 2019 KIEM-hbo Themavrij
Thema's
  • Duurzame landbouw-, water- en voedselvoorziening
  • Agri & Food
  • High Tech Systemen en Materialen (HTSM)
  • Tuinbouw en uitgangsmaterialen
  • Kwaliteit van de omgeving
  • Sustainable Development Goals voor inclusieve mondiale ontwikkeling
  • Duurzame productie van gezond en veilig voedsel
  • Agro en Food

Insecten hebben het al decennia lang moeilijk. De aantallen insecten en verscheidenheid in insecten neemt af (Hallmann, 2017). Door een afnemende biodiversiteit neemt de stabiliteit van onze ecosystemen af. Gewas bestuivende wilde insecten hebben een grote rol in bestuiving van open geteelde gewassen. De landbouw is afhankelijker geworden van bestuivende insecten.
Honingbijen en wilde bijen zijn beiden belangrijke bestuivers in de landbouw. Er is echter een tekort aan voedsel voor alle bijen. Dit leidt nu tot een gepolariseerde discussie over concurrentie om voedsel. Deze discussie is zelden gebaseerd op feiten die passen bij de situatie. We willen de polarisatie doorbreken met antwoorden over de voedselvoorziening voor bijen in Nederlandse landschapssituaties. Daartoe is onderzoek nodig naar de dracht van verschillende landschapstypen.
Kort samengevat: hoeveel bijenvolken kunnen in een bepaald gebied staan? Imkersverenigingen willen dit weten. We willen dit meten met online meetapparatuur bij honingbijenvolken. Tegelijk meten we het effect van de aanwezigheid van honingbijen op de biodiversiteit en dichtheid van andere bestuivende insecten. Dit zal leiden tot een gedegen opzet voor onderzoek, adviezen voor plaatsing in verschillende landschapstypen in Nederland en een aanvraag voor vervolgonderzoek met als doel een verbeterde inrichting en gebruik van landschapstypen in Nederland ten behoeve van honingbijen en wilde bijen.

Contactinformatie

Van Hall Larenstein University of Applied Sciences

Frens Pries, contactpersoon

Consortiumpartners

bij aanvang project