Het meten van beweegactiviteiten in de zorg. Wanneer kies je voor welke meter?

Dossier2014-01-54P
StatusAfgerond
Startdatum1 januari 2015
Einddatum30 april 2017
RegelingRAAK-publiek
Thema's
  • Gezondheid en Zorg
  • ICT
  • ICT
  • Life Sciences & Health

Aanleiding De wereld van de zorgprofessional verandert in hoog tempo door de opkomst van technologie. Technologieën kunnen de traditionele behandelmethoden ondersteunen. Het probleem is echter dat een goed overzicht van de mogelijkheden ontbreekt. Een groep fysio- en ergotherapeuten wil graag gebruik gaan maken van draagbare technologie om beweegactiviteiten bij cliënten te meten (activiteitenmeters). Er is een gevarieerd aanbod aan betaalbare activiteitenmeters op de markt dat buiten de zorg al veelvuldig wordt gebruikt. De zorgprofessionals willen weten welke meter(s) zij het beste kunnen kiezen en op basis van welke criteria.
Doelstelling Het RAAK-project wil de eisen die zorgprofessionals en cliënten stellen aan draagbare technologie voor het meten van beweegactiviteiten in kaart brengen. Het onderzoek geeft antwoord op de vraag hoe fysio- en ergotherapeuten de activiteitenmeters in de zorg kunnen toepassen. Onderzoekers beoordelen de hanteerbaarheid, toepasbaarheid en betrouwbaarheid van activiteitenmeters. Een aantal geselecteerde activiteitenmeters wordt in de praktijk getest bij cliënten met een chronische aandoening. De opgedane kennis wordt gebruikt om criteria op te stellen en een keuzehulp te maken voor zowel zorgprofessionals als cliënten.
Beoogde resultaten Zorgverleners en cliënten zijn na afloop van het project in staat om een gefundeerde keuze te maken voor een activiteitenmeter en weten hoe zij deze kunnen toepassen. Het project heeft daarvoor concrete middelen opgeleverd: een keuzehulp om activiteitenmeters te selecteren (afhankelijk van het gebruikersdoel) en een methodiek voor het adviseren van draagbare technologie. De opgestelde criteria geven richting aan de ontwikkeling van nieuwe activiteitenmeters. De opgedane kennis wordt gedeeld met het onderwijs en werkveld. Op de bestaande websites www.meetinstrumentenzorg.nl en www.qsinstitute.org zal de keuzehulp te vinden zijn.

Eindrapportage

Activiteitenmeters kunnen in de zorg gebruikt worden om op een objectieve manier het beweeggedrag van cliënten in kaart te brengen. Er is een groot aanbod aan commerciële activiteitenmeters die buiten de zorg al veelvuldig gebruikt worden. Zorgprofessionals willen weten welke betaalbare commercieel verkrijgbare activiteitenmeters ze het beste kunnen kiezen en op basis van welke criteria. Daarnaast willen ze weten hoe ze de meters in de zorg kunnen toepassen om het beweeggedrag bij cliënten met chronische aandoeningen te monitoren en feedback te geven over hun beweeggedrag.

In het eerste deel van het project is bij negen commercieel verkrijgbare activiteitenmeters nagegaan of ze het beweeggedrag tijdens dagelijkse activiteiten goed (valide) kunnen meten bij cliënten met een chronische aandoening, zoals bijvoorbeeld COPD. Hiervoor doorliepen cliënten een activiteitenprotocol waarin ze diverse huishoudelijke taken uitvoerden zoals ramen wassen of stofzuigen, lopen, zitten en staan. Het aantal stappen op de meters is vergeleken met het aantal stappen geteld door observaties (video opname). Uit de resultaten blijkt dat de meters het aantal stappen tijdens dit protocol niet nauwkeurig meten.
In het tweede deel is nagegaan hoe hanteerbaar (gebruiksvriendelijk) en toepasbaar de activiteitenmeters zijn in de dagelijkse zorgpraktijk volgens de cliënten en hun fysio- en ergotherapeuten. Ze zijn geïnterviewd nadat ze de meters een tijd hebben kunnen uitproberen. Uit de interviews kwam naar voren dat cliënten en therapeuten behoefte hebben aan eenvoudige activiteitenmeters waarop ze direct de feedback kunnen aflezen (zonder in te hoeven loggen op een computer of app). De prijs mag niet te hoog zijn en de tijd om de werking van het apparaat uit te leggen en interpreteren moet beperkt zijn. Het blijkt voor zorgprofessionals nog een uitdaging te zijn om de meters geïntegreerd te gebruiken in het zorgproces. Cliënten vonden het in het algemeen erg prettig om de meters te gebruiken.
In het derde deel van het project is op basis van de resultaten uit het eerste en tweede deel een keuzehulp gemaakt die ondersteunt bij het kiezen van de juiste meter. Deze keuzehulp wordt op dit moment doorontwikkeld zodat hij voor iedereen toegankelijk is.

Contactinformatie

Zuyd Hogeschool

Diana Moolevliet, contactpersoon
Telefoon: 045-4006104

Consortiumpartners

bij aanvang project