KEN JE APOTHEKER ALS MEDICATIEBEGELEIDINGSEXPERT

DossierRAAK.MKB08.011
StatusAfgerond
Startdatum1 september 2018
Einddatum13 september 2023
RegelingRAAK-mkb
Thema's
  • Gezondheidszorg
  • Gezondheidszorgonderzoek, preventie en behandeling
  • Op weg naar veerkrachtige samenlevingen
  • Life Sciences & Health
  • Gezondheid en Welzijn
  • Veerkrachtige samenleving: in wijk, stad en regio

In dit project onderzoeken we hoe apothekers hun dienstverlening kunnen innoveren met een nieuwe rol als medicatiebegeleidingsexpert. Momenteel distribueren apothekers geneesmiddelen. Deze rol staat onder druk. Apothekers willen daarom nieuwe diensten ontwikkelen, met een hogere toegevoegde waarde. Daartoe willen zij de rol van medicatiebegeleiding zo efficiënt mogelijk oppakken: het begeleiden van cliënten in alle aspecten van het nemen van medicatie. Deze vraag sluit naadloos aan op de leidraad Medicatieoverdracht uit november 2017 waarin wordt gesteld dat de patiënt een openbare apotheker aanwijst die het beheer over zijn/haar medicatiedossier voert. De apotheker wordt daarmee dossierhouder en moet het overzicht bewaren over de medicatie(wijzigingen) die alle zorgverleners doorvoeren en de patiënten en andere zorgverleners ondersteunen en informeren. Deze leidraad biedt een kans voor het MKB voor het leveren van nieuwe diensten, zoals de rol als medicatiebegeleidingsexpert, maar het roept ook de vraag op hoe de rol op een goede manier vervuld kan worden. De openbare apothekers zien de meerwaarde van deze medicatiebegeleidingsexpert rol initieel bij de 300.000 ouderen die veel geneesmiddelen gebruiken en uit het ziekenhuis worden ontslagen. Bij 60% komen geneesmiddel-gerelateerde problemen (GGP) voor en 20% wordt ≤30 dagen na ontslag heropgenomen. Daarmee vormen zij een goede groep om de nieuwe rol van de apotheker als medicatiebegeleidingsexpert uit te werken. De belangrijkste praktijkvraag is daarom: Hoe kunnen apothekers hun dienstverlening doelmatig innoveren en zich positioneren als medicatiebegeleidingsexpert en zo uitkomsten van zorg voor patiënten verbeteren.
Voor deze vraag uit de MKB-praktijk wordt een innovatief en doelmatig medicatiebegeleidingsprogramma ontwikkeld, gericht op het begeleiden van oudere patiënten die uit het ziekenhuis ontslagen worden. Voor het vormgeven van dit programma wordt kennis ontwikkeld over: 1) welke GGP voorkomen en in hoeverre deze worden gesignaleerd 2) bij welke patiënten de GGP voorkomen, zodat de apotheker de juiste patiënten kan begeleiden (selectie) en 3) hoe de interprofessionele samenwerking efficiënt ingericht kan worden in de eerste lijn en met de rol van de apotheker als medicatiebegeleidingsexpert daarin.

Eindrapportage

Het volgen en begeleiden van ouderen is vooral kritisch na een ontslag uit het ziekenhuis. Bij veel ouderen komen problemen met medicijnen voor en mediaan 20% wordt binnen 30 dagen na ontslag heropgenomen.
In dit project hebben we onderzocht hoe apothekers hun dienstverlening kunnen vernieuwen door patiënten samen met wijkverpleegkundigen te begeleiden rondom het ontslag uit het ziekenhuis.

Voor deze vraag is een innovatief begeleidingsprogramma op het vlak van medicijnen ontwikkeld. De wijkverpleegkundige bezocht de patiënt thuis en signaleerde met een alarmsymptomenlijst eventuele problemen. Deze problemen werden gecommuniceerd aan de apotheker die vervolgens adviezen gaf. Het doel was om veelvoorkomende problemen met medicijnen te verminderen en zo schade door medicijnen te voorkomen.

De apotheker en wijkverpleegkundigen stemden met elkaar af wat de beste oplossing voor een medicijnprobleem was en overlegden waar nodig met de voorschrijver. In totaal hadden 77% van de patiënten 1 of meerdere problemen na ziekenhuisontslag. Bij 45% van de patiënten was er sprake van een bijwerking zoals duizeligheid waarop bijvoorbeeld een dosering van een medicijn verlaagd moest worden. Bij 43% van de patiënten was er een verschil in wat de patiënt daadwerkelijk gebruikte ten opzichte van de medicijnlijst bij ziekenhuisontslag. De wijkverpleegkundige corrigeerde dit. Bij 27% van de patiënten waren er problemen met het beheren van de medicijnen waarvoor verschillende hulpmiddelen konden worden ingezet. Factoren die invloed hadden op het ervaren van een relevant probleem met medicijnen waren: het mannelijk geslacht, het aantal gebruikte medicijnen, de opnameduur en een maat voor de ernst van de aandoeningen van de patiënt.

Vervolgens wilden we slimme technologie inzetten om de communicatie tussen wijkverpleegkundige en de apotheker te verbeteren. Door de corona pandemie is het onderzoek echter stil gezet. Er is nu bij hartfalen patiënten die de wijkverpleegkundige thuis bezoekt na ontslag uit het ziekenhuis een online communicatieplatform opgezet. De wijkverpleegkundige stelt via dit platform digitaal vragen aan de apotheker van het ziekenhuis. Een voorbeeld van zo’n vraag is of een symptoom van een patiënt een bijwerking van een medicijn kan zijn. De apotheker beantwoord deze vragen. In de toekomst blijft het belangrijk dat de apotheker en wijkverpleegkundigen met elkaar samenwerken om patiënten te begeleiden na ontslag uit het ziekenhuis om zo problemen met medicijnen te verminderen.

Contactinformatie

Hogeschool van Amsterdam

Dymph van Outersterp, contactpersoon
Telefoon: 020-5953328

Consortiumpartners

bij aanvang project

Netwerkleden

  • Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie
  • Landelijke Huisartsen Vereniging
  • SIGRA
  • Stichting Ben Sajet Centrum
  • Stichting Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik
  • Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN)
  • Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V.