Literatuur review over de betekenis van voedselbossen in Nederland

Voedselbossen staan sinds begin deze eeuw in een toenemende maatschappelijke belangstelling, zowel van de zijde van producenten als van consumenten. Er zijn in Nederland inmiddels tientallen boeren en andere grondeigenaren die over willen stappen op een ander bedrijfssysteem aangezien ze vastlopen in het huidige productiesysteem. Deze toenemende maatschappelijke belangstelling komt voort uit o.a. de aanname dat voedselbossen - in tegenstelling tot de huidige gangbare landbouw - vrijwel geen input en ongewenste output hebben en dus in potentie maximaal kunnen bijdragen aan een circulaire economie. Daarnaast wordt aangenomen dat voedselbossen tal van ecosysteemdiensten kunnen leveren zoals het vastleggen van koolstof of vergroten van biodiversiteit. Er is echter verrassend weinig gepubliceerd in de wetenschappelijke literatuur over de betekenis van voedselbossen voor bovengenoemde thema’s. Een eerste inventarisatie liet zien dat er veel wensdenken is, maar weinig wetenschappelijk onderbouwde publicaties.
Doel van dit project is om de betrouwbare literatuur te scheiden van de rest en hiermee de state of the art over voedselbossen te beschrijven. We willen achterhalen wat er bekend is over de input en output van het systeem en de levering van ecosysteemdiensten door het voedselbos. De focus van het literatuuronderzoek ligt op de ecologische en economische betekenis van voedselbossen en haar bijdrage aan een circulaire economie. De achterliggende vraag is: wat is de potentiële betekenis van voedselbossen in het agrarisch systeem in Nederland? Een aanpalende KIEM Vang aanvraag onderzoekt de factoren die een succesvolle transitie naar een voedselbossysteem bepalen.
De in te zetten methode is een combinatie van literatuurstudie en interviews met enkele sleutelfiguren, aangevuld met een panel van tien grondeigenaren die verenigd zijn in de Stichting van Akker naar Bos (VANB). Zij fungeren als klankbordgroep om te testen of de bevindingen uit de literatuurstudie aansluiten bij hun praktijkkennis.