Mediation in strafzaken: een bijzondere verantwoordelijkheid voor verdachte en mediator

DossierRAAK.PUB09.030
StatusAfgerond
Subsidie€ 300.000
Startdatum1 september 2022
Einddatum6 mei 2025
RegelingRAAK-publiek
Thema's
  • Onderwijs en talentontwikkeling
  • Veerkrachtige samenleving: in wijk, stad en regio
  • Sociale Studies
  • Veiligheid 20-23

Tijdens een mediation in strafzaken gaan verdachte en slachtoffer tijdens het strafproces onder begeleiding van een mediator met elkaar in dialoog over de gebeurtenis en de gevolgen daarvan. De mediationuitkomst is van invloed op de uitspraak van rechter of officier van justitie inzake het verdere verloop van de zaak. Volgens de Europese Unie slachtofferrichtlijn is het belangrijkste criterium voor een dergelijke mediation dat een verdachte verantwoordelijkheid neemt voor het delict omdat anders het gevaar bestaat dat een slachtoffer opnieuw slachtoffer wordt. Mediationfunctionarissen en mediators moeten daarom dit weten te hanteren. Zij geven echter in focusgroepen en verkennende interviews aan niet goed te weten wat een verdachte precies moet erkennen om verantwoordelijkheid te nemen. Zeker omdat een verdachte niet formeel hoeft te bekennen. Ook vragen zij zich af hoe ze kunnen interveniëren wanneer een verdachte geen verantwoordelijkheid neemt en op welke manier zij dit kunnen beschrijven in de slotovereenkomst. De hoofdvraag is daarom: ‘Welke criteria kunnen mediationfunctionarissen en mediators hanteren bij het vaststellen en stimuleren van ‘verantwoordelijkheid nemen door een verdachte’ tijdens het mediation in strafzaken traject en welk handelingsrepertoire is hiervoor nodig? Het onderzoeksproject heeft als doel formats te ontwikkelen om verantwoordelijkheid van een verdachte te toetsen, interventies op te stellen, en criteria te ontwikkelen voor het omschrijven hiervan in de slotovereenkomst. Op deze manier wordt bijgedragen aan verbetering van het verloop van de mediation, wat zowel slachtoffers als verdachten ten goede komt. Daarnaast draagt het bij aan de verdere kwaliteitsontwikkeling van het vak mediators in strafzaken en werkt het door in de opleiding tot mediator in strafzaken en het onderwijs van de Hogeschool Utrecht. In het consortium zitten de Vereniging Mediators in Strafzaken (VMSZ), Stichting Kwaliteit Mediators (SKE)/Mediators federatie Nederland (MfN), Landelijk team Mediation in Strafzaken (Landelijk Bureau Vakinhoud Rechtspraak), Hogeschool Utrecht en de Universiteiten Amsterdam (VU) en Maastricht.

Eindrapportage

Tijdens een mediation in strafzaken is het essentieel dat een verdachte verantwoordelijkheid neemt omdat anders het gevaar bestaat op secundaire victimisatie. Doorverwijzers en mediators komen een aantal knelpunten tegen. Wat is nodig qua verantwoordelijkheid nemen om door te verwijzen naar de volgende fase in het mediationtraject? Hoe kunnen mediators verantwoordelijkheid nemen stimuleren en op welke manier kunnen zij dit omschrijven in de slotovereenkomst? De hoofdvraag is daarom: ‘Welke criteria kunnen stakeholders (rechters, officieren van justitie, mediationfunctionarissen en mediators) hanteren bij het vaststellen en stimuleren van ‘verantwoordelijkheid nemen door een verdachte’ tijdens het mediation in strafzaken traject en welk handelingsrepertoire is hiervoor nodig?’ Middels interviews met rechters, OvJ’s, mediationfunctionarissen, mediators, strafrechtadvocaten, slachtoffers en verdachten alsook focusgroepen met mediators en mediationfunctionarissen is deze vraag onderzocht. Resultaten laten zien dat passieve verantwoordelijkheid (erkennen van enige betrokkenheid bij het delict) een ‘hard’ criterium is om door te verwijzen in fase 1(verwijzen door rechter/OvJ), fase 2 (verwijzen door mediationfunctionaris) en fase 3 (intakegesprek door mediators). In fase 4 (gemeenschappelijk gesprek) is actieve verantwoordelijkheid (acties ondernemen voor herstel) een zacht en wenselijk criterium en daar wordt in de voorgaande fasen naar toegewerkt. Het gezamenlijk gesprek kan ook plaatsvinden als het slachtoffer akkoord is met passieve verantwoordelijkheid door de verdachte. Stakeholders zien verantwoordelijkheid nemen als positief veranderbaar, gestimuleerd door mediatorinterventies en door confrontatie met het slachtoffer. Mediators richten zich op zelfherstel van verdachten om vandaar uit te werken aan herstel voor het slachtoffer. Interventies bij verdachten zijn met name gericht op het perspectief in laten nemen van het slachtoffer, om vanuit daar te confronteren. Ook besteden mediators aandacht aan hoe dit landt bij het slachtoffer. Het sluitstuk is de slotovereenkomst. Hierin moet duidelijk staan welke stappen verdachte heeft gezet en tot welke concrete afspraken partijen zijn gekomen, dit zoveel mogelijk in de eigen woorden van partijen.

Contactinformatie

Consortiumpartners

bij aanvang project