Naar een visueel vonnis

DossierGOCI.KIEM.01.078
StatusAfgerond
Startdatum7 maart 2022
Einddatum6 april 2023
RegelingKIEM GoCI 2020-2023
Thema's
  • Veiligheid
  • Economie
  • Op weg naar veerkrachtige samenlevingen
  • Creatieve industrie
  • Kunst en de creatieve industrie

In een tijd waarin het vertrouwen van de samenleving in de rechtsstaat afneemt, is het meer dan ooit van belang dat de rechtspraak haar maatschappelijke relevantie vergroot door inclusief, toegankelijk en begrijpelijk te zijn voor iedereen. Zeker nu belangrijke vonnissen steeds vaker hun weg naar het nieuws vinden (denk aan de toeslagenaffaire, de avondklok en strafrechtprocessen rond criminelen als Taghi). Begrijpelijke vonnissen kunnen immers bijdragen aan het verhogen van bewustzijn onder burgers van norm-afwijkend gedrag en mogelijk een preventieve werking hebben.
Het begrijpelijk en daarmee toegankelijk maken van de rechtspraak concentreert zich tot nu toe op onderzoek naar de tekstuele kenmerken van vonnissen. Om een antwoord te kunnen bieden op problemen rond de toegang tot recht, is echter een multidisciplinaire en innovatieve (mensgerichte) aanpak nodig die verder kijkt dan naar alleen tekstuele kenmerken. Legal design houdt zich bezig met het waarborgen van de toegang tot recht vanuit het perspectief van burgers en hun rechtsbehoeften. Daarom moet – naast begrijpelijke taal – ook naar de visuele communicatie binnen een vonnis worden gekeken. Visualisaties leiden immers tot een sneller en beter begrip van complexe informatie en kunnen daarom de begrijpelijkheid van een vonnis vergroten.
Met dit exploratieve en iteratieve onderzoek wordt middels creatieve sessies en usability testing toegewerkt naar een prototype van een louter tekstueel vonnis (in begrijpelijke taal) en een prototype waarbij ook een visuele vormgeving is aangebracht. Van deze beide prototypes wordt de begrijpelijkheid kwantitatief gemeten door deze bij deelnemers van verschillende opleidingsniveaus te testen op tekstbegrip en responstijd. Zo kan worden vastgesteld of de visuele vormgeving van een vonnis voor de verschillende groepen deelnemers een significante meerwaarde heeft als het gaat om de begrijpelijkheid ervan, ten opzichte van een vonnis in alleen maar begrijpelijke taal.

Eindrapportage

De rechtspraak is bezig met de verbetering van haar gerechtelijke communicatie via allerlei projecten op het gebied van begrijpelijke taal. Het is immers belangrijk dat de samenleving ‘ziet en begrijpt hoe de rechter zijn werk doet en waarom hij een bepaalde beslissing neemt’ (Verheij, 2016). Daarnaast is de maatschappelijke interesse voor rechterlijke uitspraken breder en groter geworden: niet alleen juristen lezen uitspraken van een rechter (Naves e.a., 2021). Hoe kunnen uitspraken voor niet-juristen begrijpelijk(er) worden gemaakt? Helpt een visuele vormgeving daarbij, naast begrijpelijke taal?

In dit verkennend onderzoek hebben we onderzocht of een schriftelijke rechterlijke uitspraak in begrijpelijke taal nog duidelijker is als aan die uitspraak visuele kenmerken (zoals typografie, afbeeldingen of kleurblokken) zijn toegevoegd. We hebben daarbij inzichten uit de taal- en ontwerpwetenschap (Design Thinking) toegepast.

In het eerste deelonderzoek hebben we twee visuele versies van een uitspraak ontwikkeld. Een versie in begrijpelijke taal waarbij de structuur van de tekst visueel is gemaakt met behulp van typografie (V2a) én een versie waarbij daarnaast twee afbeeldingen zijn toegevoegd, naast pictogrammen, kleur en structuurblokken (V2b). Deze twee versies zijn op begrijpelijkheid getest en vergeleken met het origineel (V1) door middel van een vragenlijstonderzoek waarbij proefpersonen vragen op het gebied van tekstbegrip moesten beantwoorden over één van de drie versies.

Uit de analyse van de resultaten blijkt dat de visuele versie V2a voor de groep niet-hoogopgeleid het meest begrijpelijk is: deze versie krijgt significant meer goede antwoorden dan het origineel (V1). Versie V2b, waar afbeeldingen, pictogrammen, kleur en structuurblokken zijn toegevoegd, scoort beter dan het origineel (V1), maar niet significant beter. Voor de groep hoogopgeleid zijn er geen significante verschillen in het aantal goede antwoorden tussen de drie versies: zij begrijpen elke versie (even) goed.

Naves, H., Sicking S., & Van der Wees, L. (2021). Meer én verantwoord publiceren van gerechtelijke uitspraken. NJB, 3258(44), p. 3620-3623.
Verheij, L. (21 juni 2016). Begrijpelijke taal in de rechtspraak. Lezing tijdens symposium ‘De kracht van begrijpelijke taal’.

Contactinformatie

HAN University of Applied Sciences

Amber Oomen-Delhaye, contactpersoon
Telefoon: 06-34082736

Consortiumpartners

bij aanvang project