Natuurlijke Opruimers - inzet van motten in een circulaire textielwaardeketen

DossierGOCI.KIEM.01.032
StatusAfgerond
Startdatum1 januari 2022
Einddatum28 februari 2023
RegelingKIEM GoCI 2020-2023
Thema's
  • Energietransitie & duurzaamheid
  • Sleuteltechnologieën
  • Agro en Food
  • Kunst
  • Circulaire economie en grondstoffenefficiëntie: Duurzame circulaire impact
  • Kunst: onderzoek en innovatie in de 21e eeuw
  • Creatieve industrie
  • Energietransitie en duurzaamheid
  • Kunst en de creatieve industrie

De textielindustrie heeft een enorme negatieve impact op mens en omgeving. Textielketens zijn voornamelijk lineair georganiseerd en maken bij winning van grondstoffen, productie en verwerking van garens, textiel en kleding gebruik van grote hoeveelheden energie, water en schadelijke chemicaliën. Bovendien produceert de sector veel afval waarvan slechts een deel wordt hergebruikt en/of gerecycled. Als er niets verandert zal de textielsector verantwoordelijk zijn voor 25% van de wereldwijde CO2-uitstoot. Eén van de problemen bij het hoogwaardig recyclen van gebruikt textiel, is het scheiden van verschillende natuurlijke en kunstmatige vezels uit een textielblend. Zowel grote inzamel- en recyclingbedrijven als mode- en textielontwerpers die willen werken binnen kleine, lokale ketens, zijn geïnteresseerd in duurzame scheidingsmethoden en/of het creëren van toegevoegde waarden uit nu nog onbruikbare reststromen.
ArtEZ Future Makers onderzoekt al langer i.s.m. Wageningen University & Research (WUR) natuurljjke processen en materialen voor duurzame en circulaire mode- en textielketens. Eén van de onderzoekers experimenteert momenteel met kleer- en pelsmotten (tinea bisselliella, tinea pellionella). Deze worden gezien als plaagdieren omdat hun larven dol zijn op textiel en gaatjes in kleding vreten. Bestaand onderzoek naar deze motten is gericht op verdelging. Echter, de larven van deze motten fungeren in de natuur juist als goede opruimers van vezels omdat ze bepaalde vezels wel en andere niet eten. Het materiaal dat de mottenlarven uitscheiden nadat zij textielvezels verteerd hebben bevat vrijwel zeker proteïnes en mogelijk nog andere nuttige stoffen die inzetbaar zijn als nieuwe grondstof. In een klein consortium van WUR, een grote textielinzamelaar, twee modeontwerpers en een mottenspecialist, onderzoekt ArtEZ FM de mogelijkheden van deze motten aan de hand van twee vragen:

  1. Op welke manier kunnen deze motten bijdragen aan duurzame verwerking van niet of moeilijk recyclebaar textiel?
  2. Hoe kan het organische materiaal dat ze uitscheiden worden benut als duurzame grondstof?

Eindrapportage

Kleer- en pelsmotten worden gezien als plaagdieren omdat ze kleding aantasten. Onderzoek naar deze motten is daarom voornamelijk gericht op verdelging, terwijl motten in de natuur juist goede opruimers zijn. Het verwerken van textielafval tot grondstof heeft flinke impact op het milieu. In het recyclingproces is het scheiden van gemengde vezels een groot obstakel. Als motten ingezet kunnen worden om de stroom onbruikbaar textiel te verminderen zou dit voor recycleaars van grote waarde zijn. In dit project onderzochten we of kleermotten een nuttige rol zouden kunnen vervullen in het verwerken van moeilijk recyclebaar textiel en wilden we meer leren over het materiaal dat zij uitscheiden als mogelijk duurzame grondstof.
In samenwerking met kledinginzamelaar Sympany is de samenstelling van Nederlands post-consumer textiel onderzocht. Met samples uit de moeilijk recyclebare fractie ‘mixed sweater’ is onderzocht welke materiaalcombinaties de larven van de kleermot het efficiëntst aantasten. Bij het Kennis en Adviescentrum Dierplagen (KAD) zijn mottenlarven onder gecontroleerde omstandigheden losgelaten op de samples en vergeleken met andere insecten die keratine kunnen verteren. De proeven met mottenlarven zijn ter vergelijking ook uitgevoerd in de studio van Carolijn Slottje. Daarnaast heeft een groep studenten van WUR een literatuurstudie gedaan naar de levenscyclus en het metabolisme van kleermotten. In samenwerking met modeontwerpers Hellen van Rees en Merel Wicker is verkend hoe het ontwerpproces zou veranderen indien motten onderdeel zouden zijn van de recyclingcyclus van het kledingstuk. Met Saxion zijn de gebruikte textielsamples geanalyseerd op hun oorspronkelijke samenstelling en de samenstelling na aantasting door mottenlarven.
Onze experimenten gaven eerste inzichten in hoe de mot zou kunnen floreren als natuurlijke opruimer. Ze genereerden ook nieuwe vragen en onverwachte mogelijkheden. Zo lijkt de mot als een kanarie in een kolenmijn een indicatie te kunnen geven over de aanwezigheid van (toxische) stoffen in textiel, die niet in het label vermeld zijn.

Contactinformatie

Consortiumpartners

bij aanvang project

Netwerkleden