Samenwerken: Een kwestie van houding ?!

Dossier2015-02-63P
StatusAfgerond
Startdatum1 september 2016
Einddatum31 december 2018
RegelingRAAK-publiek
Thema's
  • Gedrag en Maatschappij
  • Gezondheid en Zorg
  • Jeugdzorg
  • Geen

In Nederland hebben 75.000 tot 116.000 gezinnen te kampen met problemen op meerdere levensgebieden, zoals het voeren van de huishouding, opvoeding, financiën, individuele ontwikkeling en relaties. De lijdenslast van deze gezinnen is groot en de publieke kosten per gezin zijn hoog. Kenmerkend voor deze gezinnen is dat ze zowel problemen hebben in het gezin, als problemen met de hulpverlening.
Sinds 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de ondersteuning aan gezinnen met meervoudige problemen. Sociaal werkers nemen een sleutelpositie in bij de ondersteuning aan deze gezinnen. Ze hebben de belangrijke taak om de problemen, die vaak van generatie op generatie doorgegeven worden, te doorbreken.
Het realiseren van ondersteuning aan deze gezinnen is complex. Sociaal werkers verwoorden een paradox: de meervoudigheid van de problematiek vraagt om samenwerking, maar juist samenwerking is vanwege deze meervoudigheid moeilijk te realiseren. De ervaring leert dat gebrekkige samenwerking, zowel met het gezin als tussen de hulpverleners onderling, fatale gevolgen kan hebben. Sociaal werkers geven aan dat er een andere werkhouding nodig is om in gezinnen met meervoudige problemen effectief samen te werken. Zij willen komen tot een houding waarmee zij zich duidelijk positioneren, als professional verbinding kunnen leggen met alle betrokkenen (cliënten, sociaal netwerk, professionals en leidinggevenden) en deze kunnen aanspreken op (de effecten van) hun handelen. Om hun handelen te optimaliseren, willen zij structureel op hun houding reflecteren.
In aansluiting op voorgenoemde behoeften van sociaal werkers ontwikkelen we, samen met sociaal werkers, een op sociale technologie gebaseerde ?tool?: een leerinstrument dat hun reflectie ondersteunt. Het doel van dit instrument is dat professionals hun op samenwerken gerichte houding kunnen observeren en hierop reflecteren in interactie met anderen als onderdeel van hun dagelijkse werkzaamheden. Op deze manier verbeteren professionals de kwaliteit van de samenwerking en daarmee ook de ondersteuning aan gezinnen met meervoudige problemen.

Eindrapportage

In Nederland kampen zo’n 75.000–116.000 gezinnen met problemen op meerdere levensgebieden. Sinds 2015
zijn gemeenten verantwoordelijk voor de ondersteuning aan deze gezinnen. Het realiseren van ondersteuning aan
deze gezinnen is complex. Onderzoek heeft aangetoond dat samenwerking een belangrijke voorspeller is voor
het resultaat van hulp. De ervaring leert dat gebrekkige samenwerking, zowel met het gezin als tussen de
betrokken hulpverleners onderling, fatale gevolgen kan hebben. Uit een verkenning onder sociaal werkers van de
gemeenten Doetinchem, Apeldoorn en Nijmegen kwam naar voren dat het samenwerken met deze gezinnen
vraagt om een houding, waarmee je je duidelijk positioneert, je verbinding kunt leggen met alle betrokkenen, en je
deze ook moet kunnen aanspreken op (de effecten van) hun handelen. Het reflecteren op deze houding met
elkaar schiet er in de praktijk echter vaak bij in. Bovendien is het voor hulpverleners niet altijd duidelijk, hoe een
werkzame houding er dan concreet uit kan komen te zien. In dit kwalitatieve onderzoeksproject is samen met
sociaal werkers, ouders, jeugdigen, en hun (formele en informele) netwerk verhelderd welke houdingsindicatoren
bijdragen aan een positieve samenwerking met en rondom de gezinnen met meervoudige en complexe
problemen. Hierbij is gebruik gemaakt van beeldmateriaal en stimulated recall interviews. De analyse van het
materiaal heeft geresulteerd in een kijkkader met indicatoren voor een op samenwerking gerichte houding.
Uitgangspunt van het kijkkader is een interactieve benadering van een op samenwerking gerichte houding. We
hebben ons bij de vormgeving van het kijkkader laten leiden door het theoretische concept alliantie, of de kracht
van de samenwerkingsrelatie. In deze samenwerkingsrelatie speelt de persoonlijk band tussen een cliënt en zijn
hulpverlener een rol. En daarnaast is ook de overeenstemming die zij bereiken over het doel en over de werkwijze
waarmee dit doel gerealiseerd kan worden van belang.
Bij de vraag van de sociaal werkers, gericht op wat een op samenwerking gerichte houding behelst, zijn we ervan
uitgegaan dat het gaat om een onderling afstemmen op elkaar van belanghebbenden in gesprekken, waarin de
gesprekspartners naar overeenstemming streven over het waarom van hun samenwerking. Op basis van dit
concept is het kijkkader voor een op samenwerking gerichte houding uitgewerkt als een matrix van twee dimensies:
afstemming en overeenstemming. Het kijkkader is ingebed in een prototype digitaal leerinstrument. Met dit digitale
leerinstrument kunnen hulpverleners fragmenten uit zelfgemaakte beeldopnames van interacties met gezinnen en
hun netwerk aan anderen in een veilige digitale omgeving plaatsen, waarna men anderen uitnodigt voor een reflectie
op het fragment en het handelen van de sociaal werker in het fragment. Het kijkkader helpt daarbij gerichter op de
samenwerking in te zoomen.
Het prototype digitale leerinstrument is in de drie gemeenten uitgetest binnen teams van sociaal werkers. In een
procesevaluatie is het gebruik en de werkzaamheid van het digitale leerinstrument aan de orde gesteld. Hoewel er
nog een aantal belangrijke verbeterpunten aan te brengen zijn in het leerinstrument, is een groot deel van de
reacties positief. Vooral de combinatie van het gebruik van beeldmateriaal en de richtinggevende vragen die gesteld
worden in het kijkkader worden als steunend ervaren voor een krachtigere reflectie op samenwerking. Ook is
geconstateerd dat het leerinstrument, zoals het er nu ligt enerzijds veelbelovend is en van betekenis lijkt voor het
verbeteren van de kwaliteit van de samenwerking in het sociaal werk. Een belangrijke kracht is volgens betrokkenen
de mogelijkheid om de onderlinge reflecties en feedback als data te analyseren, waarmee uiteindelijk de kwaliteit
van de bespreking beschouwd kan worden. Daarnaast is geconstateerd dat we nog duidelijk te maken hebben met
een prototype; het leerinstrument behoeft zowel inhoudelijk als technisch nog verdere doorontwikkeling alvorens
nagegaan kan worden of het ook daadwerkelijk bijdraagt aan verbetering van een op samenwerking gerichte
houding. Belangrijke inhoudelijke aanbevelingen betreffen o.a. de doorontwikkeling van het kijkkader met
indicatoren die nog sterker inspelen op het gezamenlijk vaststellen van de kernkwesties die in en rondom het gezin
spelen en het gezamenlijk evalueren van de voortgang. Als het gaat om belangrijke aanbevelingen op de vorm en
technische vereisten aan het digitale leerinstrument, dan behoeven zaken als het waarborgen van de privacy en
het omgaan met gevoelige (beeld)informatie verder aandacht. Ook technische randvoorwaarden als hosting van
het leerinstrument en verdere verfijning van de dialoogstructuur die in de huidige versie ontwikkeld en uitgetest is.

Contactinformatie

HAN University of Applied Sciences

Ivo Schrijer, contactpersoon
Telefoon: 024-3531781

Consortiumpartners

bij aanvang project