Sneldiagnostiek van urineweginfecties in de eerstelijnszorg

DossierRAAK.PUB04.050
StatusAfgerond
Startdatum1 februari 2018
Einddatum1 juli 2020
RegelingRAAK-publiek
Thema's
  • Bètatechniek
  • Sociale Studies
  • High Tech Systemen en Materialen (HTSM)
  • Gezondheidszorgonderzoek, preventie en behandeling
  • Personalised medicine: uitgaan van het individu
  • Meten en detecteren: altijd, alles en overal
  • Life Sciences & Health
  • Gezondheid en Welzijn
  • Sleuteltechnologieën en duurzame materialen

Urineweg gerelateerde klachten behorende tot de meest voorkomende redenen voor huisartsbezoek. Ondanks een relatief eenvoudige therapie, die bestaat uit een antibioticumkuur of afwachten tot de patiënt zichzelf klaart, blijkt de behandeling van patiënten in de praktijk niet optimaal. De reden hiervoor is dat er op dit moment geen diagnostiek beschikbaar is die snel kan aantonen of een antibioticumtherapie noodzakelijk is en indien dat zo is welk antibioticum dan dient te worden voorgeschreven.
Vanwege dit gebrek aan een snelle en betrouwbare diagnostiek schrijft de huidige NHG richtlijn voor urineweginfecties daarom voor dat bij een eerste consult, op basis van anamnese en een eenvoudige dipsticktest, antibioticum ‘blind’ wordt voorgeschreven, dat wil zeggen zonder dat de identiteit van de eventuele verwekker bekend is. Pas bij een eventueel derde consult wordt een microbiologisch-diagnostische test, uitgevoerd in een laboratorium, ingezet.
Niet alleen kan deze aanpak, vanwege de lange doorlooptijd, zeer belastend zijn voor de patiënt en zijn of haar omgeving, maar leidt dit door het onterecht of onjuist toedienen van antibiotica tot een toename van antibioticaresistentie.
Het voorliggende projectvoorstel beoogd te onderzoeken of door inzet van een nieuwe innovatieve techniek, namelijk single-cell MALDI TOF massa spectrometrie, (SC MALDI-TOF MS) het mogelijk is, de benodigde diagnostiek sneller, effectiever en dichter bij te patiënt uit te voeren. Doel is om uiteindelijk patiënten hiermee nog dezelfde dag de juiste behandeling voor te kunnen schrijven.
Het hier voorgestelde onderzoek bouwt voort op een eerder RAAK-publiek project (Next-gen MALDI-TOF, 2013-15-46P) waarin de bruikbaarheid van SC MALDI-TOF MS werd getoetst voor de diagnostiek van UWI bij ziekenhuispatiënten. Het hier beschreven plan beschrijft een onderzoek naar de mogelijkheden voor implementatie van de technologie in de eerstelijnszorg.

Eindrapportage

Urineweginfecties (UWI) behoren tot één van de meest voorkomende reden om een huisarts te bezoeken. De diagnostiek van UWI in de huisartsenpraktijk is onvolledig en leidt te vaak tot het onnodig voorschrijven van een antibioticumkuur. De huidige UWI richtlijn van het Nederlands Huisartsen Genootschap is gebaseerd op epidemiologisch onderzoek en schrijft voor dat niet-risico patiënten op basis van de anamnese en Point-of-Care test, blind (verwekker is onbekend) een antibioticumkuur wordt voorgeschreven. Ruim 15% van deze patiënten blijft ondanks de antibioticumkuur, klachten houden. Pas bij het 3e huisartsconsult wordt de urine naar het huisartsenlaboratorium gestuurd voor een microbiologisch-diagnostisch onderzoek. Het spreekt voor zich dat deze benadering zeer belastend kan zijn voor de patiënt, de werkdruk in de huisartsenpraktijk hierdoor wordt verhoogd en kan leiden tot een toename van antibioticum resistente micro-organismen.
In dit project werd de geschiktheid van een innovatieve technologie, de single-cell MALDI-tof MS onderzocht om de diagnostiek van UWI te verbeteren. Eventuele verwekkers konden direct, zonder een verrijkingsstap (kweek), in de urine van de patiënt met UWI klachten worden aangetoond. Bovendien werd een protocol ontwikkeld om met behulp van dit instrument, binnen enkele uren de antibioticum gevoeligheid van de verwekker te identificeren. Hierdoor zou de patiënt na het eerste huisartsenconsult dezelfde dag een gerichte antibioticumkuur voorgeschreven krijgen.
Uit het onderzoek met de sc MALDI-tof werd niet alleen karakteristieke bacteriële spectra in de urine aangetroffen, maar ook laag-moleculaire pieken. Deze werden geïdentificeerd als alfa-defensinen. Deze alfa-defensine signalen traden hoofdzakelijk op bij patiënten met UWI klachten en vrijwel niet in de controlegroep.

Contactinformatie

Hogeschool Leiden

Hinke Dekter, contactpersoon

Consortiumpartners

bij aanvang project