Urban Sports

DossierKIEM.SP.01.008
StatusAfgerond
Startdatum1 juni 2022
Einddatum31 mei 2023
RegelingKIEM 2021-2022 Sport
Thema's
  • Gezondheidszorg
  • Onderwijs
  • Gezondheid & Zorg - Leefstijl en leefomgeving
  • Gebouwde omgeving duurzaam en leefbaar
  • Gezondheid en Welzijn
  • Onderwijs en talentontwikkeling

Gemeenten richten openbare ruimtes in met urban sportplekken. Dit zijn plekken in de stadse (urban) omgeving, waarbij de activiteit buiten het traditioneel georganiseerde sportaanbod valt. Dus geen verenigingsporten, maar ongeorganiseerde of anders georganiseerde sporten zoals freerunnen, skaten of bootcampen. De urban sportplekken zijn met name gericht op jongeren. Het is echter onbekend welke elementen van urban sportplekken aansluiten bij de beweegmotieven en voorkeuren van welke jongeren. Vanuit het perspectief van de scholen zouden deze urban sportplekken kunnen worden gebruikt voor de lessen Lichamelijke Opvoeding (LO) en het stimuleren van bewegen rondom de school. In dit project worden daarom een evaluerend onderzoek gedaan met jongeren en docenten LO naar de (inrichting van) urban sportplekken in Amsterdam. Daarna wordt middels een participatieve aanpak met experts op het gebied van het inrichten van de openbare ruimte van de gemeente Amsterdam, buurtsportcoaches, leerlingen van verschillende leeftijden tussen de 12 en 18 jaar en LO-docenten in co-creatie sessies op zoek gegaan naar principes om mee te werken bij het ontwerpen van urban sportplekken in de openbare ruimte rondom de school. Daaraan gekoppeld halen we input op voor de programmering op deze plekken en voor het LO-lesprogramma. Deze exploratieve studie zal uiteindelijk resulteren in 1) een checklist voor de gemeente Amsterdam voor het inrichten van beweegvriendelijke urban sportplekken in de openbare ruimte en 2) een menukaart met de meest veelbelovende ideeën en prototypen voor de invulling van programmering op deze plekken en voor de LO-lessen, gericht op het verbinden van binnen en buitenschools (leren) bewegen en het bevorderen van het gebruik van de urban sportplekken in de openbare ruimte door leerlingen.

Eindrapportage

De HvA, Gemeente Amsterdam en middelbare scholen in Amsterdam werken samen om
jongeren meer te laten bewegen. Onder andere door openbare sportieve ruimtes rondom
scholen aan te passen naar urban sportplekken. Urban sports zijn populair onder jongeren
tussen de 5 en 18 jaar. Het zijn leefstijlsporten die vooral in de openbare ruimte worden
beoefend en waarin het ontdekken van eigen grenzen, creativiteit, sociale identiteit en lol
centraal staan. Er zijn verschillende urban sportplekken in Amsterdam, maar het is onbekend
welke jongeren er gebruik van maken. De kans dat ze dit gaan doen en zich hierin competent
voelen, wordt groter als de inrichting van urban sportplekken, de programmering en de lessen
LO op elkaar en op de beweegmotieven en -voorkeuren van jongeren zijn afgestemd.
Dit project had twee doelen: 1) het vinden van ontwerpprincipes om sportfaciliteiten in de
openbare ruimte rondom de school te ontwerpen; 2) het identificeren van elementen in het LOlesprogramma
waardoor jongeren gestimuleerd worden meer gebruik te maken van urban
sportfaciliteiten.
Uit dit onderzoek blijkt dat bestaande urban sportplekken nog weinig zijn afgestemd op de
behoeften van jongeren. Ook blijkt dat er voor het ontwerpen hiervan een aantal
gemeenschappelijke, algemene wensen en voorwaarden zijn, maar dat de concrete uitwerking
altijd maatwerk per school en leerlingengroep is. Voor urban sports in het LO-lesprogramma
blijkt dat er handelingsverlegenheid bestaat bij LO-docenten om urban sports te verwerken in
het curriculum. LO-docenten vertellen dat ze zich niet competent voelen om urban sports te
onderwijzen en dat ze behoefte hebben aan meer kennis hierover. Daarnaast worden urban
sports gezien als risicosporten en leeft de vraag hoe je als docent kunt zorgen dat urban
sportlessen veilig plaatsvinden. De resultaten van dit exploratieve onderzoek vormen de
vraagarticulatie van een vervolgaanvraag (RAAK-publiek).

Contactinformatie

Hogeschool van Amsterdam

Mirka Janssen, contactpersoon

Consortiumpartners

bij aanvang project